------------------
21 Februari 2008
Geachte hr Ton van de Langkruis,
Hierbij een vertaling van mijn esay i.v.m. het Cultureel Programma WINTERNACHTEN Den Haag van 18 Januari 2008.
De artikel in het Indonesisch is reeds gepubliceerd in de internet, een maand geleden
Hoogachtend,
Ibrahim Isa
--------------------
Winternachten’ in Den Haag
Seminar dat eindigt in . . . Tot Zover en niet verder!
* * *
Vrijdagmiddag, gisteren op 18 januari, toen ik een krantje las in de trein richting Den Haag CS, begon mijn mobieltje te zingen, een deuntje gaf een binnenkomende oproep aan. ‘Ja, ik ben het bung (de oudere broer – Ind.) ’, klonk de stem van AS Munandar. ‘Ik ben nu al op Den Haag CS.’ Gisteravond werd ik gebeld door AS Munandar. Wij hadden afgesproken om elkaar te ontmoeten op Den Haag Centraal, vóór het loket om 13.00. Om daarna verder te voet te gaan naar het ‘Theater aan het Spui’, en deel te nemen aan één van de activiteiten van ‘De Winternachten’ in Den Haag.
U kent het toch? ‘Winternachten’ is één van de programma’s van het ‘Festival voor Nationale Literatuur’ dat elke winter gehouden wordt in Den Haag. Een teken dat het culturele leven in Nederland doorgaat ondanks de gure kou, de onophoudende regen en de snijdende wind.
AS Munandar, is voormalig leider van het Academie Aliarcham te Jakarta, tevens voorzitter SAS, Stichting Azië Studies, Onderzoek en Informatie. Samen werden wij elk jaar uitgenodigd door de organisator van de ‘Winternachten” directeur Ton van de Langkruis. Een heel aardige en sympatieke man.
Waarom wij elke keer? Wat was de reden?
De reden was, dat wij jaren geleden ooit deel hebben genomen aan een discussie over de kwestie Indonesië, die gericht was op ‘DE GEBEURTENISSEN VAN 1965’. De tijd dat er vele onschuldige Indonesische slachtoffers vielen. Tijdens de discussie was ook voormalig DPR lid (het Parlement van de Republiek van Indonesië) Ciska Fanggidaej, een ervaren journaliste, en Gunawan Mohammad, journalist en dichter, aanwezig. Verder was onder andere aanwezig de Nederlandse journalist Ad van der Heuvel, die in de tijd van G30S (de actie van 30 september) en de tijd daarna in Jakarta verbleef.
Ik denk bij mezelf dat het vast een soort gebaar van dank en vriendschap is van de organisatie van ‘Winternachten’ Den Haag, dat ze ons ieder keer uitnodigen. Want voor alle andere bezoekers worden wel entreekosten gerekend.
In de middag, hadden wij deel genomen aan het disscusie programma van de ‘Winternachten’ met als thema ‘In a state of fear’. Er waren nog vele andere programma’s van de literaire festiviteit die 4 dagen en 4 avonden duurde, van 17 januari t/m 20 januari. Er was veel publiek. Ik schatte dat er ongeveer 100 aanwezigen waren.
Ik zei tegen Munandar, moet je kijken, de vrouwen zijn in de meerderheid. Ja, zei Munandar, de mannen zijn aan het werk. Dan zei ik weer, maar die vrouwen zijn ook werkende mensen. Dus heeft het niks met hun werk te maken dat er meer vrouwelijke dan mannelijke bezoekers aanwezig zijn.
Anyway, de grote zaal van het gebouw ‘Theater aan het Spui’ van Den Haag was tjokvol.
Er waren vier intelectuelen die in het discussiepanel zaten. De Engelse socioloog en schrijver, professor Frank Furedi (60 jr); de Nederlandse schrijfster en filosofe dr. Marjolijn Februari; de Nederlandse schrijver Adriaan van Dis, en de ervaren politicus en voormalig burgermeester van Rotterdam, Bram Peper. Zij kwamen elk met een eigen ‘stelling’. De discussie werd geleid door novelleschrijver en docent economie van de Vrije Universiteit van Amsterdam, Fouad Laroui (49 jr), een Nederlander van Marokaanse afkomst.
Het gekozen thema was behoorlijk zwaar, ‘In a state to fear’. De panelleden waren evenmin gewone leken. De één was intellectueel, de andere letterkundige en er was ook een ervaren politicus. Als u derhalve een discussie verwacht met veel diepgang of een discussie die veel voldoening zou geven, dan zult u alleen maar teleurgesteld worden.
Als je een kreet gebruikt volgens de laatste mode uit Jakarta zou je zeggen: een dergelijke discussie is wel goed en aantrekkelijk, maar eindigt… ‘tot zover en niet verder’. Overigens vind ik dat elk seminar hoe klein dan ook en dat slechts een paar uur duurt, ongeacht het thema, en ongeacht de samenstelling van de panel - zelfs wanneer het thema zwaar en actueel genoeg is - altijd hetzelfde resultaat zal geven: tot zover en niet verder. Wat je meeneemt naar huis zijn niet meer dan indrukken. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het nutteloos is. Het heeft wel degelijk een functie. Het moge duidelijk zijn dat de discussies en debatten de deelnemers er toch toe aanzetten om zich in het thema te verdiepen.
Zoals ik AS Munandar vertelde houd ik ervan om deel te nemen aan kleine seminars zoals deze. Het voordeel is dat ik er altijd nieuwe kennissen bijkrijg. Zo heb ik deze keer kennis gemaakt met een Indonesische vrouw van Chinese afkomst, dr. Maya Suteja-Liem, een vertaalster voor de Indonesisch-Nederlands letteren. En haar man Suteja Liem.
De stelling van professor Frank Furedi was:
“As Kant said, dare to know instead of fearing the unknown”. Society should embrace it and encourage the attitude of experimentation.
En dan de stelling van Marjolijn Februari,
“Don’t be afraid to be afraid, says John Lennon; fear is the essence of citizenship and the beginning of courage – what we should fight is not so much fear, but cowardice.
Bij het lezen van de stelling van Marjolijn moest ik om onbekende reden denken aan Jusuf Isak, een ervaren journalist en leider van Hasta Mitra. Jusuf Isak heeft verscheidene Awards gekregen, en waarderingen van verschillende landen, vanwege zijn moed in zijn streven naar vrijheid van meningsuiting en demokratie.
Jusuf zei: “Veel mensen beweren dat ik nooit heb geleerd om te stoppen te knokken voor de vrijheid en bang te zijn ondanks de vele opsluitingen in de gevangenissen van de Orba (afkorting van Orde Baru = de nieuwe orde onder het Suharto bewind)’ Toen zei Jusuf oprecht ‘Het is niet zo dat ik geen vrees ken. Als een gewone burger ben ik ook bang om weer in de gevangenis gestopt te worden. Het punt is dat we tegenover de vijand geen angst mogen tonen. Tegenover de vijand moeten wij moed tonen en blijven doorvechten tot het einde.
Nu de stelling van Bram Peper voormalig burgermeester van Rotterdam:
A society can’t function with fear, that’s when authorities have to avoid even action which stimulates a feeling of fear among the general public.
Aldus Bram Peper. Menige bezoeker was het niet eens met de stelling van Bram Peper dat een gemeenschap of samenleving met angst niet zou kunnen functioneren. AS Munandar zei tegen mij: Kijk maar naar het Orba. Het is een feit, dat de Indonesische samenleving 32 jaar lang (juist) is blijven functioneren door de angsten die iedereen uit de gemeenschap had voor Orba; het regime kwam dus juist voort uit de angsten van het volk. Ik beaamde de mening van AS Munandar. Kijk maar, het klopt, want zodra het volk moed kreeg, werd Suharto omver gegooid. Het is jammer dat de mening van AS Munandar geen ruimte heeft gekregen om geopperd te worden, daar de al zo korte tijd voor de discusie in beslag genomen werd door andere deelnemers. Het is maar een voorbeeld, maar door de krappe tijd die voor de discussie beschikbaar is, heeft AS Munandar, iemand die veel weet over het bestaan van de zogenaamde ‘state of fear’ in ons land onder de regime van Orba, zijn mening niet kunnen uiten.
Zoals ik hierboven heb aangeven kunnen discussies of seminars van deze omvang, met zoveel deelnemers, vanzelfsprekend geen voldoening verschaffen. Desondanks wil ik toch mee doen. Gewoon nieuwsgierig naar de reactie van panel en publiek voor de onderstaande vraag.
Toen ik aangaf mijn mening te willen geven vroeg de moderator Fouad Laroui naar mijn identiteit. Daarop zei ik: “Ik ben een Indonesiër met een Nederlands paspoort”. Gelach…., het publiek moest lachen! Wat het betekent? Weet ik niet. Of mijn antwoord grappig was? Of omdat nu iedereen weet dat ik een banneling ben en zij hebben sympathie voor verbannelingen.
Ik stelde twee vragen die ik erg relevant en actueel achtte.
Zo luidde mijn vragen:
1.
Geert Wilders, een Nederlands parlementslid, voorzitter van de
politieke partij PVV, is bezig met een anti Al Qur’an getinte
film. Wilders maakte bekend, dat het niet lang zou duren voordat
hij zijn film aan het publiek kon tonen.
Mijn vraag: putte Geert Wilders zijn daad uit angst voor de Islam? Of, wilde Wilders opzettelijk met zijn film de ‘state of fear’ creëren in de Nederlandse samenleving?
2. De Nederlandse regering is nu druk bezig met voorbereidingen, overleg plegen met
burgermeesters, om te anticiperen op de felle reacties die men kan verwachten na het vertonen van de film, die dus invloed zal hebben op de rust en de
veiligheid van de samenleving. Mijn vraag was: Is deze wijsheid van de Nederlandse
autoriteit gebaseerd op het feit dat de regering zelf in ‘a state of fear’ verkeerde? Of zal deze wijsheid niet juist ‘a state of fear’ gaan veroorzaken in de samenleving.
Toen ik die twee vragen stelde, viel er stilte. Het publiek werd stil! Niemand gaf commentaar. Ik vraag steeds bij mezelf af: waarom? Waren mijn vragen niet relevant en sloten deze niet aan op het thema van de discussie? Waren mijn vragen niet aansluitend op de concrete situatie in Nederland?
Wat ik het meest betreurde was het feit dat moderator Fouad Laroui die mijn vragen handig ontweek ook de juryleden niet de kans gegeven had om te antwoorden. Hij liet alleen maar weten dat mijn vragen very interesting waren. En hij voegde hieraan later wel toe dat het misschien beter was om dit te bespreken in de pauze in het cafetaria van het theater Spui. Later volgde nog: “Misschien reageert Bram Peper wel hierop”. Maar Bram Peper reageerde niet eens op de moderator. Mijn god! Doen wij het zo? Dacht ik bij mezelf. Laat ook maar!
Ik wilde geen ‘herrie’ schoppen. Eigenlijk had ik de moderator kunnen dwingen om de juryleden en publiek te laten reageren op mijn vraag. Ik heb me ingehouden en geen harde protestgeluiden gemaakt om de discussie niet te ‘verstoren’. Hoe dan ook, de avonddiscussie die door ‘Winternachten’ georganiseerd werd met als thema ‘In state of fear’ heeft toch een functie gehad en daarvoor ben ik dankbaar. Geachte lezers, het zal u toch niet verbazen, dat ik er volgend jaar weer zou zijn als ik weer uitgenodigd zou worden. Ondanks de wetenschap dat de disussies op dezelfde manier zullen eindigen als gisteren middag: tot zover en niet verder! * * *
No comments:
Post a Comment