Tuesday, December 16, 2008

MENGENANG SUNITO PEJUANG KEMERDEKAAN DAN ANTI FASIS

IBRAHIM ISA
----------------
15 DES 2008


=========================================================

MENGENANG SUNITO PEJUANG KEMERDEKAAN DAN ANTI FASIS

=========================================================



Para sahabat y.b.,




Tulisan Joop Moorien mengenai SUNITO (2001 - *Laatst gewijzigd:* 03-05-2005),

adalah bahan yang baik sekali, untuk mengenang kawan seperjuangan SUNITO,
Raden Mas Djojoprawiro,

yang meninggal di Voorburg, Belanda, pada 12 Agustus 1979.



Sunito adalah anggota pengurus 'Perhimpunan Indonesia' (PI) yang didirikan
oleh mahasiswa-mahasiswa

Indonesia di Belanda sebelum Perang Dunia II. Mereka bercita-cita kemredekaan
Indonesia dan ambil bagian

dalam perjuangan kemerdekaan Indonesia sesuai situasi dan konidisi dimana mereka
berada ketika itu.



Tulisan Joop Moorien, sedikit mengisahkan peranan Sunito sebagai bagian dari
mahasiwa-mahasiswa Indonesia di Belanda dalam perjuangan

untuk kemerdekaan Indonesia. Juga memberikan sedikit info mengenai perjuangan
bahu-membahu mahasiswa Indonesia

dengan perjuangan perlawanan rakyat Belanda terhadap pendudukan nazi Jerman.




Satu fakta sejarah perjuangan kemerdekaan kita yang mungkin tidak banyak yang
ta, sbb:



Dalam bulan September 1947, Kementerian Lurnegeri Republik Indonesia yang
berkedudukan di Jogyakarta

mengangkat SUNITO di Belamda, sebagai 'COUNSELLOR RI' di Nederland, untuk
mewakili kepentingan Republik Indonesia

di negeri Belanda. Pemerintah Den Haag yang sedang sibuk persiapan perang untuk
melikwidasi Republik Indonesia yang baru

berdiri itu, tidak mau mengakui Sunito sebagai wakil pemerintah Indonesia, dan
menolak memberikan status diplomatik kepadanya. Demikian

a.l. tulis Joop Moorien.




Karena kegiatannya sebagai anggota PI yang terus menentang politik kolonial
pemerintah Belanda terhadap Republik Indonesia,

dalam tahun 1953 Sunito, bersama-sama dengan Go Gien Tjwan, kedua-duanya angota
Pengurus PI, ditangkap

pemerintah Belanda dan dinyatakan sebagai 'persona non grata'.Mereka diusir
dari negeri Belanda. Kembali di Indonesia

pemerintah Indonesia menetapkan Sunito sebagai Sekretaris Dewan Perwakilan
Republik Indonesia (DPR-RI).



Dalam tahun 1964 Sunito akitf sebagai Sekretaris URECA - Universitas Respublica
di Jakarta.



Dalam perjuangannya demi kemerdekaan dan kedaulatan Republik Indonesia,
Sunito selalu didampingi dan mendapat dukungan sepenuh hati

dari istrinya TREES HEYLIGERS.



Kiranya tulisan Joop ini akan menambah informasi bagi generasi muda kita, yang
belum begitu kenal dengan 'segi lainnya' dari hubungan

INDONESIA-BELANDA. Bahwa para mahasiwa Indonesia ketika itu punya semangat
solidaritas

tinggi terhadap perjuangan rakyat Belanda melawan pendudukan nazi Jerman.




Selama pendudukan Belanda oleh Jerman Hitler, anggota-anggota PI bergabung
dengan pejuang-pejuang bawah

tanah Belanda, melawan pendudukan nazi Jerman atas Belanda.




Mereka ambil bagian dalam perjuangan dengan memberikan tenaga, fikiran dan jiwa
mereka demi perjuangan anti-fasis

rakyat Belanda..




Ibrahim Isa

-----------


Home BWSA

Email



SUNITO, Raden Mas Djojowirono

(roepnaam: Nito), voorvechter van de Indonesische onafhankelijkheid, is geboren
te Pasuruan (Oost-Java) op 4 juni 1912 en overleden te Voorburg op 12 augustus
1979. Hij was de zoon van Raden Tumenggung, regent van Wonogiri in het prinsdom
Mangkunagoro te Surakarta, en Raden Aju Kromodjojodirono. Op 15 februari 1945
trad hij in het huwelijk met Trees Heyligers, advocate, met wie hij één dochter
en twee zoons kreeg.
Pseudoniem: Frits de Bruin.

Sunito doorliep te Surakarta de Europese Lagere School, het Meer Uitgebreid
Lager Onderwijs en de Algemene Middelbare School, afdeling letterkunde. Zoals
andere jongeren uit de meer gegoede Indonesische elite reisde hij naar Nederland
om zijn studie voort te zetten.

In 1931 liet hij zich inschrijven aan de Leidse universiteit en legde met goed
gevolg het kandidaatsexamen Indisch recht af. Naast zijn studie wijdde hij zich
in toenemende mate aan activiteiten binnen de studentenwereld. Hij raakte
daardoor intensief betrokken bij het Indonesische streven naar
onafhankelijkheid, zoals dat in de Perhimpunan Indonesia (PI) en de meer
culturele Rupie tot uitdrukking kwam en bij de Communistische Partij in
Nederland (CPN) sympathie en steun vond. Dat de CPN en de PI tot voor ambtenaren
verboden organisaties werden verklaard, werkte belemmerend op het openlijke
lidmaatschap, aangezien de meeste Indonesiërs die in Nederland studeerden later
een betrekking bij het Nederlandsch-Indische gouvernement zouden moeten zoeken.

Sunito echter werd openlijk lid van de PI. De PI besefte vanaf midden jaren
dertig dat het fascisme in landen als Japan, Duitsland en Italië een bedreiging
vormde voor de vrede en democratie in de wereld. Zij deed voorstellen tot
gezamenlijke weerbaarheid, ook aan de Nederlandse regeerders. Indonesische
delegaties namen deel aan internationale jeugdvredescongressen, in 1936 in
Brussel, in 1938 in de Verenigde Staten en in 1939 in Parijs. Sunito en Maruto
Darusman maakten deel uit van de delegatie naar de Verenigde Staten. Sunito,
Darusman, R.M. Suripno, R.M.S. Setyadjit, H. Jusuf en S. Hamzah reisden naar
Parijs. Sunito's talrijke activiteiten verhinderden een snelle eindstudie en het
afleggen van het doctoraal examen. De Duitse bezetting van Nederland in mei 1940
schiep bovendien een geheel nieuwe situatie.

De anti-koloniale Indonesische studenten besloten vanuit democratisch standpunt
tot deelname aan het verzet tegen de nationaal-socialistische bezetters van het
land van hun kolonisatoren. Zij hebben daarbij offers gebracht. Zeven van hen
werden doodgeschoten of kwamen om in een Duits concentratiekamp. 78 andere
Indonesiërs, onder wie verzetsstrijders, kwamen om door ziekte, ontberingen of
treinbeschietingen. Met Setyadjit (pseudoniem: Sweers), Suripno (Karel van
Delft), Darusman (Nico van Zuilen) vormde Sunito (Frits de Bruin) de leiding van
de illegale PI, die bij zijn verzetsactiviteiten ook arbeiders en hier gestrande
schepelingen betrok. Zij werkten samen met /De Waarheid/, /Het Parool/ en
/Trouw/, terwijl een Indonesiër redacteur werd bij /De Vrije Katheder/. Sunito
was redacteur voor uiteenlopende publikaties, op het laatst voor het blad
/Bevrijding/. Hij was lid van de Raad van Verzet en van de Binnenlandse
Strijdkrachten (BS) en nam deel aan beraadslagingen over de naoorlogse
staatkundige verhouding tussen Nederland en zijn land. Officieel kreeg hij een
werkkring op het advocatenkantoor waar Trees Heyligers, die hij tijdens zijn
rechtenstudie in de collegebanken had leren kennen, werkte. Zij had op 9 mei
1940 haar studie Nederlands en Indisch recht volbracht. Op 15 februari 1945
trouwden zij.

Direct na het oorlogseinde in Europa, in mei 1945, publiceerde de PI een
'Bevrijdingsnummer' van /Indonesia/ als voortzetting van het vooroorlogse
orgaan. Sunito schreef een artikel onder de titel 'De historische rede van HM de
Koningin van 7 Dec. 1942 - Indonesië met Nederland verbonden op grondslag van
gelijkwaardigheid'. Hij zag in de rede, waarvan de volledige tekst werd
opgenomen, een erkenning dat Indonesië een snelle evolutie naar een zelfstandig
bestaan doormaakte en dat 'een staatkundige hervorming van de verhouding
Indonesië-Nederland hoog nodig blijkt'. Hij meende dat het nu ging om het
zelfbeschikkingsrecht voor Indonesië, om het recht over het eigen lot te mogen
beslissen.

Kort na de bevrijding was Sunito als één van de vertegenwoordigers van de
linkersectie van de illegaliteit benoemd tot lid van de Nationale
Adviescommissie. Deze uit vertegenwoordigers van de illegaliteit, vooroorlogse
politici en nieuwe politieke stromingen bestaande commissie had onder meer tot
taak zijn gedachten te laten gaan over dringende aangelegenheden en mensen te
benoemen op vrijgekomen zetels in de Staten-Generaal. De commissie kwam als
regel in besloten vergadering bijeen. Haar belangrijkste activiteit was de
aanvulling van de Staten-Generaal, die als 'noodparlement' tot aan de eerste
naoorlogse verkiezingen zou optreden. Na de Japanse nederlaag proclameerden A.
Soekarno en M. Hatta op 17 augustus 1945 de Indonesische Republiek. De berichten
hierover drongen maar langzaam in Nederland door en er was aanvankelijk weinig
duidelijkheid.

Het duurde een paar weken voor de PI in haar blad melding maakte van het bestaan
van de Republiek. Zij keerde zich in deze nieuwe situatie tegen de uitzending
van Nederlandse militairen, omdat dit een zware hypotheek op noodzakelijke
onderhandelingen zou leggen en de gevaren voor een militair conflict vergrootte.
Sunito werd vice-voorzitter van de Vriendschapsvereniging Nederland-Indonesië,
die aandrong op onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië.

Hij sprak op vergaderingen om te overtuigen dat zijn voor vrijheid strijdende
volk in dezelfde idealen geloofde als waarvoor de Nederlandse verzetsstrijders
hun leven hadden gegeven. In regeringskring verdween de aanvankelijke waardering
voor de Indonesiërs en sloeg zelfs om in achterdocht en vijandigheid. Op 6 juli
1946 had de Indische legercommandant, generaal S.H. Spoor aan luitenant-generaal
H.J. van Mook in een 'zeer geheime' nota geschreven over 'het ontbreken van
voldoende gegevens inzake de Indonesische gemeenschap in Nederland, de
beïnvloeding welke zij ondergaat van buiten af en die zij uitoefent op den gang
van zaken in deze gewesten en tenslotte welke subversieve activiteiten van leden
van genoemde groep uitgaan'. Hij bepleitte samenwerking tussen de Nefis, Spoors
inlichtingendienst in Indonesië, en de in Nederland aanwezige 'intelligence'
organen. De Nefis voelde al geruime tijd de noodzaak 'op de hoogte te blijven
van de "faits et gestes" van Indonesische organisaties in Nederland,
voornamelijk van de Perhimpunan Indonesia, van de activiteit van haar leiders en
leden, en van haar contacten met het buitenland'. Het Bureau Nationale
Veiligheid, de voorloper van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), hield de
gangen van de Indonesiërs echter al nauwlettend in de gaten. De meeste
bestuursleden van de PI keerden in december 1946 per boot terug naar hun land
teneinde vooraanstaande functies in het Indonesische bestuursapparaat en in
arbeiders- en nationale organisaties te vervullen. Sunito en zijn vrouw
behoorden tot de achterblijvers. Sunito was in die jaren voorzitter van de PI en
medewerker van het blad /Indonesia/.

In september 1947 was hij bij besluit van het Republikeins-Indonesische
ministerie van Buitenlandse Zaken, gezeteld in Jogjakarta, aangesteld als
zaakgelastigde met de rang van 'counsellor' om de belangen van de Republiek
Indonesië in Nederland te behartigen. Hij moest daarvoor steun zoeken bij de
Nederlandse vrienden van de Republiek. Sunito verkreeg daarmee een diplomatieke
functie, maar Nederland erkende deze niet als zodanig omdat de Republiek niet
was erkend. In deze periode was Sunito-Heyligers voorzitter van de Nederlandse
Vrouwen Beweging, die optrad tegen de uitzending van troepen naar Indonesië en
tegen militair geweld.


Toen in september 1949, na de mislukking van Nederlands tweede militaire actie
in december 1948, in Den Haag besprekingen begonnen tussen Indonesische en
Nederlandse delegaties, betekende dat het einde van Sunito's diplomatieke functie.

Na de soevereiniteitsoverdracht in december 1949 zette hij zijn persoonlijke
politieke bedrijvigheid voort en wel in overeenstemming met de Indonesische
politiek tot opheffing van de Ronde Tafel Conferentie-overeenkomst (het
zogeheten Uniestatuut) en voor overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië. Sunito
bleef voorzitter van de PI en hervatte in 1951 zijn doctoraalstudie Indisch recht.

Zijn vrouw verdedigde in die tijd talrijke dienstplichtige Indonesië-weigeraars,
onder wie Piet van Staveren, die in 1947 zijn onderdeel op West-Java had
verlaten en naar Republikeins gebied was getrokken.Na de
soevereiniteitsoverdracht was hij gearresteerd en voor berechting naar Nederland
gebracht.

Het drukke leven van de familie Sunito-Heyligers werd in november 1952
onverwacht verstoord door een arrestatiebevel tegen de PI-bestuurders. De
bedoeling was drie dagelijks bestuurders gevangen te nemen: voorzitter Sunito,
Go Gien Twjan, secretaris van de PI en directeur van het persbureau Antara, en
Sudirdjo Harsono, penningmeester van de PI en vakbondsbestuurder van de Eenheids
Vakcentrale. De penningmeester was bij de inval niet thuis. Sunito en Go werden
meegenomen en op het hoofdbureau van politie in Amsterdam in een cel gestopt.
Zij werden ervan beschuldigd als Indonesische staatsburgers, 'dus vreemdeling
zijnde', ongewenste politieke acties en 'communistische activiteiten' uit te
voeren. De minister van justitie L.A. Donker van de Partij van de Arbeid verwees
naar BVD-rapporten. Hij beriep zich op een wetswijziging, waarbij Indonesiërs
tot vreemdeling waren verklaard. Henk van Randwijk, ir. S.J. Rutgers
, prof. dr. W.F. Wertheim,
Elisabeth van Tricht-Keesing en anderen protesteerden in woord en geschrift
tegen 'wetstoepassing met terugwerkende kracht' en drongen aan op vrijlating.
Het CPN-Kamerlid Henk Gortzak interpelleerde minister Donker. Hij wees erop dat
het optreden van de twee door de jaren heen legaal en in het openbaar had plaats
gevonden. Indonesische staatsburgers hadden in 1952 nog oproepingskaarten voor
Tweede Kamerverkiezingen gekregen. Minister Donker verklaarde tot uitwijzing van
Sunito en Go te willen overgaan en toonde zich slechts bereid een uitspraak van
de Hoge Raad af te wachten. De gearresteerden vochten namelijk hun arrestatie
aan en hadden een proces aanhangig gemaakt bij de Hoge Raad. Alle andere Tweede
Kamerfracties deden er tijdens de interpellatie het zwijgen toe. De Hoge Raad
merkte tenslotte op dat Indonesische staatsburgers door de recente wetswijziging
de status van vreemdeling hadden gekregen, hetgeen echter nog geen rechtsgrond
tot uitwijzing betekende. Niettemin besloot minister Donker tot uitzetting over
te gaan.

Op 7 februari 1953 moesten Sunito en Go, na een gevangenschap van twee en een
halve maand, met vrouw en kinderen Nederland verlaten. Sudirdjo bleef met steun
van de CPN ondergedoken tot hij in 1955 naar Indonesië vertrok. Waren Sunito en
Go in ons land door vrijwel de gehele pers beschimpt, in Indonesië werden zij
als helden ontvangen. President Soekarno sprak hen tijdens een bijeenkomst van
honderdduizend mensen toe. Sunito kreeg een functie bij het parlement en was er
van 1953 tot 1964 werkzaam, aanvankelijk als chef-protocol, later als secretaris
en hoofd van de afdeling wetgeving van het secretariaat. In de middaguren gaf
hij tot 1962 op een middelbare school les in de Indonesische geschiedenis. Van
1958 tot 1965 was hij tevens bestuurslid van het Indonesische Afro-Aziatisch
Solidariteitscomité, eerst als secretaris, daarna als vice-voorzitter. Zijn
vrouw werkte als beëdigd vertaler en procuratiehouder bij de Indonesische Staats
Handelsbank (Bank Dagang Negara).

In 1964 kreeg Sunito gelegenheid zijn ambities voor het onderwijs volledig te
volgen door secretaris te worden van de particuliere, door Chinezen
gefinancierde en door de regering erkende Universiteit Res Publica in Jakarta,
waarvan Go voorzitter was. In oktober en november 1965 werd deze universiteit
tijdens Soeharto's machtsgreep doelwit van relschoppers en demonstranten en in
brand gestoken. Sunito werd in november 1965 op basis van vage aantijgingen
gearresteerd en tot mei 1966 gevangen gehouden. Zijn vrouw, die lid was van de
progressieve Himpunan Sardjana Indonesia (Vereniging van Indonesische
Wetenschappelijke Werkers) werd bij de Handelsbank ontslagen. Zij ging
vertaalwerk doen en toonde moed en standvastigheid. In deze periode van
opgezweepte anti-communistische razernij verdedigde zij voor een militaire
rechtbank de vooraanstaande vakbondsleider en PKI-bestuurder Njono, die ter dood
werd veroordeeld en geëxecuteerd. Als ex-gevangene ondervond Sunito veel
belemmeringen bij zijn zoektocht naar een nieuwe werkkring. Van 1966 tot 1971
gaven hij en zijn vrouw lessen in de Nederlandse en Indonesische taal en deden
zij vertaalwerk. In juni 1971 slaagde Sunito erin met een Indonesisch paspoort
en een Nederlands visum naar Nederland te vertrekken. Kort na aankomst vroeg hij
een vestigingsvergunning, die hem tenslotte werd verleend. Enige tijd daarna
kwamen zijn vrouw en de kinderen. Sunito's gezondheid had echter onder de
jarenlange spanningen ernstig geleden. Hij stierf op 21 augustus aan een
hartaanval en werd in Voorburg begraven.

--------------------------------------------------------------------------------

*LITERATUUR:* /Officiële bescheiden betreffende de Nederlands-Indonesische
betrekkingen 1945-1950./ Vierde deel (Den Haag 1974); 'R.M. Sunito Djojowirono
overleden' in: /De Waarheid/, 15.8.1979; J. Morriën, /Indonesië los van Holland/
(Amsterdam 1982); H.A. Poeze, /In het land van de overheerser. Indonesiërs in
Nederland 1600-1950/ (Dordrecht 1986); L de Jong, /Het Koninkrijk der
Nederlanden in de tweede wereldoorlog./ Deel 12 (Leiden 1988) 203; J. Withuis,
/Opoffering en heroïek/ (Meppel 1990); J. Morriën, /Indonesië liet me nooit meer
los. Vijftig jaar antikoloniale strijd/ (Hoofddorp 1995).

*PORTRET:* Raden Mas Djojowirono Sunito en Trees Heyligers op hun trouwdag in
Amsterdam (15 februari 1945), particuliere collectie.

--------------------------------------------------------------------------------

*Auteur:* Joop Morriën

*Oorspronkelijk gepubliceerd in:* BWSA 8 (2001), p. 269-273

*Laatst gewijzigd:* 03-05-2005


top

No comments: